-
Beeldhoek
Het deel van een tafereel dat via het objectief op het beeld komt. De beeldhoek is afhankelijk van de brandpuntsafstand van het objectief en het filmformaat (bij analoge camera’s) (Bij digitale camera’s is het ccd formaat hier belangrijk)
-
Beeldcirkel
De diameter van het bruikbare beeld in het brandvlak van een objectief vanneer dit is scherpgesteld op een bepaalde afstand. Een belangrijk punt van overweging bij het kiezen van een objectief voor een technische camera is dat de beeldcirkel groter moet zijn dan het formaat van de film, om eventuele cameraverstellingen mogelijk te maken.
-
Bas-relief
Methode voor het maken van beelden met relief door het afdrukken van een op elkaaar gelegd positief en negatief die iets ten opzichte van elkaar verschoven zijn (sandwichen)
-
Barn doors
Verstelbare kleppen aan de voorkant aan de voorzijde van een studiolamp, die voorkomen dat er licht opzij wegvalt. Normaliter zijn er twee of vier scharnierende kleppen aan een frame bevestigd.
-
Balg
Flexibel, zwart, harmonica-achtig gedeelte dat het camerahuis en het objectief met elkaar verbindt. Wordt gebruikt bij technische camera’s en voor close-up opnamen.
-
Axiale verlichting
Verlichting van een onderwerp waarbij het licht langs de as van het objectief wordt geleid en waarbij geen zichtbare schaduwen ontstaan. Hierbij wordt meestal gebruikgemaakt van een gebogen halfdoorlatende spiegel die onderdeel is van een frontprojectiesysteem.
-
Automatische maskers
De toevoeging van kleuren aan een kleurennegatiefflim in het productieproces om de gebreken van kleurvorming door het beeld te compenseren.
-
Automatische belichtingsregeling
Systeem waarbij het electronisch oog dat de hoeveelheid licht meet dat op het beeldvlak valt, is verbonden met de sluiter en/of het diafragma, en waarbij de belichting automatisch wordt geregeld.
-
Autofocus
Systeem van automatische scherpstelling: dit kan passief zijn door middel van het onderscheiden van contrast, of actief door middel van lichtreflectie of een ultrasoon signaal.
-
Astigmatisme
Aberratie van het objectief waarbij de ichtstralen die schuin door de lens vallen geen punt vormen maar een lijn. Astigmatische komt vooral voor bij eenvoudige objectieven.